Aansluiten en afblijven: de terugkeer van de ‘appliance’
29 maart 2007 (Automatisering Gids)
Apparaten die ‘gewoon hun werk doen’ zijn in de vorm van consumentenelektronica al jaren gewoon te koop, maar als het om IT gaat ligt dat anders. Bedrijven zijn voor goed werkende toepassingen aangewezen op systeemintegratoren, supportcontracten en applicatie- en netwerkbeheerders. Het zijn niet voor niets de softwareleveranciers die nu de ‘appliance’ naar voren schuiven: een kant-en-klare bundel van hardware en een voorgeconfigureerde en geoptimaliseerde softwareapplicatie.
Ooit het besturingssysteem van een mobiele telefoon geherinstalleerd? De ingebakken software voor de bediening van de wasmachine of de tv aangepast? Niet dus. Áls het al mogelijk was, zou dat ook alleen maar ellende opleveren. Terwijl menig huishoudelijk apparaat inmiddels flink wat software bevat, zullen leveranciers in de consumentenbranche er niet over peinzen die software open te stellen voor aanpassingen door de consument zelf.
Uiteraard zit in de IT-wereld ook niemand op ellende te wachten, maar daar gelden tot dusver andere wetten. Het streven naar standaardisatie, openheid en flexibiliteit heeft in de praktijk complexe systemen opgeleverd die enkel met de hulp van systeemintegratoren werkend zijn te krijgen en door goed ingevoerde beheerders aan de praat zijn te houden – en vergeet vooral het supportcontract niet.
Op veel plekken staan daardoor nu systemen die een relatief specifieke taak hebben, maar bovenmatig veel blijven kosten omdat ze steeds maar weer moeten worden gepatcht, geupgrade, geoptimaliseerd, geconfigureerd et cetera. De leveranciers beginnen dat ook in te zien. Hun antwoord: terug naar wat eigenlijk de computer in zijn oervorm is – de appliance. De hardware hoeft niet ingericht te zijn op andere software dan de beperkte hoeveelheid code die erop draait; die software kan vergaand geoptimaliseerd worden, want hoeft immers niet op andere hardware te draaien. Het is een ‘dedicated’ apparaat met een specifieke taak, dat vaak voor de gebruiker alleen toegankelijk is via een beperkte interface. Hij kan immers maar het best afblijven van de ingewanden van het apparaat.
De verschijningsvorm van de appliance – en daarmee ook de definitie – kan sterk variëren. Maar wat appliances met elkaar gemeen hebben is het uitgangspunt: aansluiten en afblijven. De systeemintegratie is immers al ‘meeverpakt’. Het zijn dezelfde argumenten waarvoor de oorspronkelijke AS/400-klanten – eigenlijke de eerste appliance-computer – ook overstag gingen.
De trend is Gartner en IDC niet ontgaan. Gartner-analist Steve Prentice ziet een directe link met de consumentenbranche en neemt als voorbeeld de Micosoft Home Server die in januari door Bill Gates is aangekondigd. Na het beantwoorden van enkele eenvoudige vragen kan de server voor alle Windows-apparatuur in huis het beheer en de data-backup automatisch regelen. Waarom zou dat op grotere schaal in het bedrijf niet kunnen?
Bedrijven zullen sowieso in contact komen met de thuiswerkinfrastructuur van medewerkers, maar ook ervaren dat bedrijven als SAP en Oracle wat in het appliance-model gaan zien. “Die leveranciers hopen hun controle over de hardware/software-stack te vergroten, net als hun controle over de infrastructuur van hun klanten, en hopen zo hun marges te vergroten. Hun succes zal afhangen van de mate waarin ze de bestaande systeembeheerinfrastructuur weten in te zetten; anders riskeren ze alleen maar de beheer-overhead te vergroten”, aldus Prentice.
Niet alleen het belang van de consumentenmarkt is echter van invloed op de (her)opkomst van de appliance. Ook de ontwikkelingen in servicegerichte architectuur (SOA), die het makkelijk maakt nieuwe applicaties desnoods via het internet en via XML-protocollen aan te sluiten, faciliteren meteen het inpluggen van appliances.
Google:
De Google Search Appliance biedt een miniversie van de online-zoekdienst op een blade-achtige computer die grote bedrijven een snelle zoektechnologie biedt, volgens Google met minimale beheerinspanningen. Voor de ontsluiting van afwijkende gegevensbronnen in het bedrijf (bijvoorbeeld ERP) kan de hulp van Bearingpoint worden ingeroepen.
SAP:
De vorig jaar door SAP geïntroduceerde BI Accelerator is door SAP samen met Intel ontwikkeld om de op SAP’s data warehouse (BW) losgelaten analysevragen snel uit te voeren. De verwerking van gegevens gebeurt geheel in het werkgeheugen. De appliance integreert automatisch met SAP’s NetWeaver-middleware en is daardoor snel te implementeren. Daarbij voert het zijn taken volgens SAP 10 tot 100 keer zo snel uit als voorheen met SAP’s standaard-hardware geïnstalleerde software mogelijk was.
Data-warehouse- leveranciers:
Bedrijven als Netezza, Datallegro en een stoet aan startups leveren de laatste tijd data-warehousing-appliances, doorgaans op basis van goedkope Intel-hardware en Linux. Teradata leverde eigenlijk tientallen jaren geleden al de eerste DW-appliance, op basis van dure bedrijfseigen hardware. Laatstgenoemde is een beetje van dat pad af, maar keert enigszins op zijn schreden terug, zonder overigens de term appliance te gebruiken.
Een complete ‘BI-appliance’ is ook mogelijk. Deze maand kondigde Netezza samen met Business Objects een dergelijk product aan, bestaande uit Netezza’s Performance Server en de door Business Objects overgenomen Crystal Decisions-software. Business Objects kondigde tegelijkertijd zijn Open Appliances Initiative aan, en heeft met meer data-warehouseleveranciers een dergelijke combinatie in petto.
Beveiligers:
In de beveiligingssfeer barst het van de appliances. IBM’s Siteprotector 6 (een resultaat van zijn ISS-overname) biedt bijvoorbeeld een losse console vanwaaruit insluipdetectie, afwijkend netwerkgedrag en e-mailbeveiliging zijn aan te sturen. Bedrijven als Symantec en Sophos bieden ‘plug-and-protect’-opossingen voor verschillende beveiligingsactiviteiten. De snelle inzetbaarheid, gecombineerd met het gescheiden houden van de rest van het serverpark, zijn hier van belang bij de keuze voor het appliance-model. Ook het Nederlandse Kahuna heeft vorige maand zijn Security Intelligence Appliance (SIA) ontwikkeld. De SIA werkt als ‘beheer-hub’ die veiligheidsgerelateerde logdata uit allerlei bedrijssystemen verzamelt en monitort, maar deze ook doorstuurt aan het centrale beveiligingscentrum van Kahuna.
Cisco:
De netwerkgigant levert al vele jaren zijn routers, die welbeschouwd ook als appliances aangemerkt kunnen worden. Het zijn tenslotte computers waarop Cisco zijn eigen software meelevert. De laatste tijd breidt Cisco echter dat model uit naar meer gebieden waarin het netwerk een grote rol speelt. WAAS (Wide Area Application Services) bijvoorbeeld, combineert WAN-optimalisatie, wide-area file services en applicatieversnelling met elkaar in één product, dat naar keuze ook als kant-en-klare appliance leverbaar is. Cisco kondigde op de CES-beurs in de VS onlangs ook aan de appliance-gedachte verder toe te willen passen op zijn Linksys-netwerkproducten voor thuisgebruik, waarbij de apparatuur zelf het netwerk opzet en zichzelf onderhoudt.
Salesboom:
Deze Canadese concurrent van Salesforce.com stelt zijn CRM-software niet alleen online beschikbaar, maar ook op een appliance, met daarop de Enterprise-versie van zijn op het MKB gerichte software. De gedachte daarachter is dat veel bedrijven er niet over peinzen hun klantengegevens buiten de deur (lees: bij Salesforce.com) te plaatsen. Tegen een meerprijs stuurt Salesboom drie keer per jaar per koerier een vervangende appliance met de meest recente versie van de Salesboom-software, die na aansluiten automatisch de klantendata van de oude appliance overneemt. De oude hardware kan na een herformattering worden teruggestuurd.
Digium:
De AsteriskNOW Software Appliance bestaat alleen uit software, namelijk de open-source PBX-software Asterisk, in combinatie met enerzijds een GUI aan de ‘voorkant’ waarmee de installatie en configuratie van het nogal lastige pakket eenvoudig wordt, en anderzijds de onderliggende versie van Linux waarop de telefooncentralesoftware zich bewezen heeft.
Appliance kan ook zonder hardware
IDC deed aan het eind vorig jaar 10 voorspellingen. Op nummer 2 stond de volgende. “Software-appliance zal een gewoon woord worden in 2007. Het samengaan van virtual-machinetechologie en nieuwe initiatieven van verschillende toolleveranciers leidt tot deze nieuwe vorm van software packaging.”
Virtualisatietechnologie vervangt simpelweg de hardware van de appliance door een virtual machine; de resulterende ‘virtual appliance’ kan dan op generieke servers worden gezet waarop standaard virtualisatietechnologie draait.
Een bedrijf dat op dit gebied baanbrekend werk verricht is rPath. Dat bedrijf helpt softwareleveranciers hun applicaties te transformeren in software-appliances. Dat wil zeggen dat ze voorgeïnstalleerd worden op hun eigen, meegeleverde dedicated (Linux-)besturingssysteem. rPath ondersteunt daarbij alle grote virtualisatieplatforms: VMware, Xen, Microsoft, Parallels en Virtual Iron.
Op deze manier zouden de klanten van de betreffende softwareleveranciers zelf hun applicaties kunnen upgraden door online een nieuwe versie van de software-appliance binnen te halen, compleet met Linux-patches, bugfixes en nieuwe functionaliteiten.