Politie is zeer tevreden over BlueView
25 juli 2008 (Automatisering Gids)
Natrekken van informatie is een stuk minder bewerkelijk geworden
• Gebruikers ervaren informatieknooppunt als ‘revolutionair’
• In onderzoeken is bellen en mailen met andere korpsen niet meer nodig
Bij de politiekorpsen in Nederland is het werk in het afgelopen jaar voor sommigen een stuk veranderd. Het natrekken van informatie bij andere korpsen is met de komst van het BlueView-systeem veel minder bewerkelijk en stukken effectiever geworden. Alle in Nederland aangemaakte processen-verbaal van aangiften, van verhoren, ambtelijke verslagen, dossiers, rapportages en documenten over in beslag genomen goederen zijn terug te vinden en te doorzoeken via BlueView, zolang ze niet ouder zijn dan vijf jaar – in verband met de privacywetgeving. Het in het kader van onderzoeken bellen en mailen met de andere korpsen is verleden tijd.
Met 3500 gebruikers op de informatieknooppunten en 12.000 zoekvragen per dag op in totaal 59 miljoen documenten is het een intensief gebruikt systeem en dat vervult Bert Alberts, sinds vorig jaar bij vtsPN (voorziening tot samenwerking Politie Nederland) projectleider voor BlueView, met trots. “We hebben op ICT-gebied best wat hobbels gehad en dat is ook uitgebreid in de pers geweest.” Hij verwijst naar eerdere pogingen tot een alomvattend systeem voor de gehele politie te komen. “Maar nu zijn we realistisch bezig. Ik krijg vanuit de korpsen te horen dat dit het meest succesvolle ICT-project bij de politie is van de afgelopen tien jaar.”
In essentie is BlueView een verzamelpunt voor de informatie uit de ‘handhavingssystemen’ voor het dagelijkse politiewerk van de 27 korpsen in Nederland. Daarnaast vindt inmiddels ook informatie uit de recherchesystemen zijn weg naar BlueView. Voorop staat daarbij dat het vergaren van die informatie in BlueView los staat van de nu ook lopende modernisering van die diversiteit aan systemen.
Korpsen gebruiken momenteel bijvoorbeeld BPS, Genesys of XPol als ‘handhavingssysteem’ en RBS, Octopus en ook de nieuwe BVO voor de opsporing, een diversiteit aan systemen met hun eigen platformen, opslagstructuur en datamodellen. Een diversiteit ook die voortvloeit uit de vroegere versnippering van het politieapparaat. Tot vorig jaar ging het daarom zo: als een korps wilde controleren of een persoon elders bij politiekwesties was betrokken, moest de ‘infodesk’ van het korps alle ander korpsen afbellen (of -mailen). “Die informatieknooppunten waren heel druk bezig, grotendeels met het vinden van niets. Terwijl de factor tijd heel erg belangrijk is”, zegt Alberts, zelf ooit begonnen als politieman.
In nauwe samenwerking met de korpsen ontwikkelde vtsPN BlueView. Nu worden elke nacht de nieuwe gegevens uit de diverse bronsystemen geëxporteerd naar een XML-bestand, met behulp van exportsoftware die bovenop het lokale of regionale systeem draait. “Dat wordt ingepakt en versleuteld en komt via FTP hier in Driebergen in een verzamelbak en om 3 of 4 uur ’s nachts pakt BlueView dat automatisch op, doet de decryptie en importeert het in de Oracle-database. Zo gauw het daarin zit, voeren we een normaliseringsslag uit waardoor het in wezen geen XML-database meer is. Gestructureerde en ongestructureerde gegevens zijn daarin samen terug te vinden.”
Uit prestatieoverwegingen is afgestapt van het aanvankelijke idee een echte XML-database te gebruiken. Bij de uitbreiding van de aanvankelijke één jaar naar vijf jaar historische gegevens – en dus vijf keer zoveel documenten – bleek de snelheid in het geding te komen. “Met het relationeel uitmodelleren van de gegevens krijg je toch de beste resultaten”, zegt databasespecialist Auke-Jan Kroon. “Bij voertuigen wordt meestal op kenteken gezocht en dat moet snel beschikbaar zijn. Maar als je naar gebeurtenissen zoekt, heb je een combinatie van allerlei verschillende criteria en dan moet je nagaan welke vraag het meeste wordt gesteld en daar moet je dan dat model op modelleren. Een XML-database daarentegen modelleert de gegevens zoals het XML-schema voorschrijft en dat is niet noodzakelijkerwijs de snelste zoekingang. Dus daarom hebben we relationeel gemodelleerd, voor een gewone Oracle-database.”
XML is daarmee overigens niet alleen nog maar een uitwisselingsformaat tussen de korpsen en BlueView. “De XML-bestanden komen als geheel wel in de database te zitten en daar doen we het vrije-tekstzoeken op.”
Aan de gebruikerskant was de implementatie simpel, stelt Alberts. Daar is alleen een URL en een account nodig. “Dus we hebben ons daar vooral gericht op de opleidingen.”
Alberts meet het succes van BlueView niet alleen af aan het enthousiasme van de gebruikers maar ook aan het soort verzoeken dat ze stellen. Ze willen bijvoorbeeld gegevens geografisch kunnen weergeven of even een set gegevens ‘apart zetten’ om er later verder onderzoek op te doen. De zoekapplicatie, geschreven in Java, blijft daarom verbeterd en aangepast worden.
Maar ook in bredere zin blijft vtsPN – waarin de politieorganisaties ISC, CIP en NPI sinds januari 2008 officieel zijn opgegaan – werken aan gegevensintegratie. Alberts: “BlueView is één systeem dat data ontsluit. Maar er zijn binnen de politie nog tientallen andere systemen die brongegevens nodig hebben uit systemen van andere korpsen. Die hebben allemaal hun eigen exportsoftware. En we gaan nu naar één soort XML-bericht dat we gaan opslaan in een operationele gegevensopslag waaruit de afnemende bronnen dan in één keer kunnen putten, dus dat één aanleverend systeem nog één keer exporteert. Op die manier ben je af van het onderhoud van al die exportsoftware aan de bronkant.” Alberts ziet ook aan afnemerskant meer instanties aangesloten worden, zoals FIOD-ECD. BlueView is kortom een goede ‘paraplu’ voor verdere gegevensintegratie.
Niemand hoeft zich zorgen te maken over de beveiliging, stelt Alberts. “Er zijn bronsystemen bij die een hoger niveau kennen, zoals de recherchesystemen, met ‘grijze’ informatie van mensen die op zich nog niets misdaan hebben. Die mogen ook niet zomaar door iedere politieman of infodeskmedewerker ingezien of zelfs gevonden worden. Dus we hadden een autorisatiemodel nodig, dat volledig in overeenstemming is met het beleid voor het delen van informatie en dat sinds 1 januari ook is vastgelegd in de wetgeving. In feite wordt elk gegeven dat we uit een systeem binnenkrijgen in een kluis geplaatst met een bepaald niveau en je moet de sleutel hebben om die kluis te openen. Elke gebruiker heeft rollen met zijn eigen permissies. Dat hele model is in BlueView vastgelegd.”
Kunnen politiemensen bijvoorbeeld zomaar kijken of hun buurman iets op zijn kerfstok heeft? “Nee. Dat mag ook zeker niet. En alles wat bevraagd wordt, wordt ook gelogd.”
‘Revolutionaire ontwikkeling’
BlueView slaat aan als hulp bij de informatieuitwisseling, maar helpt ook bij managementrapportages en patroonherkenning. Koperdiefstal valt bijvoorbeeld sneller op en cijfers erover zijn snel te geven.
“Platweg gezegd is het gewoon veiliger geworden”, zegt Ruud Bik, Korpschef van de KLPD en voorzitter van de stuurgroep Informatiehuishouding en Opsporing, die BlueView ‘getrokken’ heeft. “Ik vind het bij verre de meest revolutionaire ontwikkeling die de Nederlandse politie de afgelopen tien jaar heeft meegemaakt. Het is in eerste instantie tegen de verdrukking in ontwikkeld en het feit dat we nu vanuit heel Nederland plaats- en tijdonafhankelijk informatie kunnen delen en op de infodesks elkaar niet meer lastig hoeven te vallen met vragen, maar zelf in het systeem kunnen zien of een verdachte of een auto of een telefoon voorkomt in Nederland, dat is een ontzettend grote winst. Dat maakt ons efficiënter, maar vooral ook effectiever.”
“Bij de Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) of bij de infodesks van de korpsen snappen ze niet hoe ze het ooit anders hebben kunnen doen. Ik kan geen wetenschappelijk causaal verband leggen tussen het oplossingspercentage – wat in Nederland omhoog gaat – en deze applicatie, maar als je aan je water voelt dat BlueView daar een zeer belangrijke bijdrage aan levert, dan moet je dat ook eens een keer willen accepteren. Als het gaat over ICT hebben we niet echt een goed trackrecord. Maar de beste graadmeter is dat de medewerkers er gewoon juichend over spreken.”