Samen de BAG te lijf
Geo-Info, november 2009
De invoering van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) is geen sinecure – ook niet voor gemeenten die samenwerken op ICT-gebied. Maar een heldere samenwerkingsvorm helpt wel, bewijst het ISZF.
De meeste gemeenten zijn druk bezig hun Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) in te richten. Als ze daarmee klaar zijn houden ze één centrale adres- en gebouwenregistratie bij waaruit uiterlijk medio 2011 allerlei lokale administraties en landelijke overheden, zoals de bevolkingsadministratie en de WOZ-afdeling, maar ook bijvoorbeeld de Belastingdienst, vervolgens kunnen – en móeten – putten.
Bij het ICT Samenwerkingsverband Zuidwest-Fryslân (ISZF) was al voor de komst van de ‘Wet BAG’ (2007) het besef doorgedrongen dat goede geo-informatie van groot belang is. Dus is al in een vroege fase besloten een ‘basisvoorziening vastgoed’ neer te zetten, met daarin alle (bron)kaarten van de gemeenten. Geo-informatie is belangrijk voor de andere basisregistraties en burgers en ambtenaren raken ook steeds meer gewend aan visualisatie van gegevens via bijvoorbeeld Google Maps. De komst van de BAG bracht daardoor voor ISZF geen ingrijpende wijzigingen teweeg.
Het aanleggen en vullen van het register met eenduidige informatie over gebouwen en adressen, een belangrijk deel van de BAG-invoering, en vervolgens het aansluiten op de Landelijke Voorziening die als knooppunt voor de gegevens gaat dienen, is niet eenvoudig. Dat blijkt alleen al uit het feit dat de daarvoor gestelde deadline, 1 juli 2009, slechts door een handjevol gemeenten is gehaald. In feite gaat het om het creëren van een nieuwe administratieve werkelijkheid uit de bestaande bronnen en het betrouwbaar ontsluiten daarvan. Daarbij komen vervolgens vragen aan de orde als: Wanneer kun je een bouwwerk een pand noemen? Wanneer is het een standplaats of een verblijfsobject? Ook moeten de afzonderlijke gemeenten voldoen aan de strenge auditnormen van VROM.
Het ISZF, waarin Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Harlingen, Lemsterland, Littenseradiel, Nijefurd en Wûnseradiel samenwerken, hoopt rond de jaarwisseling geslaagd te zijn voor die audit en hoort dan nog steeds bij de ‘snellere’ gemeenten. Nijefurd heeft op 9 september als 24e gemeente in Nederland de toets ‘Zelfcontrole Techniek 0 fout’ doorstaan en dient binnen het ISZF als pilotgemeente voor het aansluittraject.
Opdrachtgeverschap
Volgens Eveline van der Staal, projectleider BAG bij het ISZF, is het belangrijk enthousiaste mensen te betrekken bij zo’n project, maar ook een goede projectmanagementstructuur te handhaven en de deelnemende gemeenten praktische handvatten te bieden. “En last but not least dat in deze projectcontext gemeenten autonoom hun aanpak bepalen en tegelijkertijd kennis en ervaring met elkaar delen.” Door het ISZF is een projectgroep ingericht, waarin vertegenwoordigers uit gemeenten gezamenlijk optrekken om resultaten binnen de verschillende gemeenten te boeken. Het feitelijke opdrachtgeverschap ligt altijd bij een van de gemeenten.
Nieuw en daarmee een goede test voor de projectaanpak is de toetreding van Harlingen tot het ISZF dit voorjaar. Van der Staal: “Dat was voor de trouwe BAG-projectleden in Harlingen ingrijpend, omdat ze nu tegelijk moesten samenvatten wat er de afgelopen jaren was gebeurd, en ze gestaag en precies door moesten gaan met het oplossen van projectacties. Voor het ISZF was het oppakken van de BAG in Harlingen als het maken van een puzzel. Zoeken naar stukjes die al zijn opgelost, en tegelijk nieuwe stukjes aanleveren.”
Roland van de Boel, accountmanager implementatie BAG bij het ministerie van VROM, maakt het project van nabij mee en ziet een samenwerkingsverband als het ISZF in potentie als goede aanjager van een BAG-project. “Het ISZF heeft een goede rol kunnen spelen door aan de gemeenten een instrumentarium aan te reiken. Het meest tastbare was de ‘wasmachine’, een applicatie die eenvoudig in beeld bracht waaruit verschillen in aanwezige adresregistraties bestonden. Daarnaast was het mogelijk om gestructureerd bezig te zijn met de opbouw van de referentiebestanden binnen de gemeenten.” Van de Boels ervaring is dat het erg belangrijk is een BAG-project ‘op te knippen’. “Het maken van werkpakketten leidt veel eerder tot tastbaar resultaat dan het globaal benoemen van de te zetten stappen in het traject. Deze aanpak heeft dan ook tot succes geleid.”
ICT
Schaalvoordeel heeft het ISZF in dit verband zeker, meent Van de Boel. “Vooral op het vlak van ICT was daar veel te winnen. De pakketselectie, de technische implementatie van programmatuur, de technische aansluiting op de Landelijke Voorziening en de communicatie met de leverancier is bij het ISZF in goede handen.”
Het opbouwen van de digitale kaarten met panden en verblijfsobjecten is een flinke klus, waarvoor dienstverlener Oranjewoud is ingehuurd. Volgens Jeroen Vos, Adviseur Ruimtelijke Informatie bij Oranjewoud, is het ISZF verder gegaan dan andere partijen, omdat deze een kwaliteitsslag wilde maken met de GBKN (grootschalige basiskaart Nederland) als basis. “De GBKN is voor alle deelnemende gemeenten gestructureerd, tussenmuren zijn geplaatst en door middel van fotogrammetrische kartering is de ontbrekende bebouwing toegevoegd. Vraagpunten werden teruggemeld via het ISZF aan de deelnemende gemeenten en vervolgens weer teruggeleverd. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een product dat niet enkel voldoet aan de wettelijke verplichtingen, maar ook aan de wensen van de gebruiker en de stichting GBKN.” Oranjewoud hielp ook bij het koppelen van de kaart aan de administratieve data – “Een gebouwcontour heeft immers pas waarde op het moment dat je weet welk gebouw het betreft.” – en met het automatiseren van dat proces.
Applicatiespecialist Eric Algera van ISZF denkt dat de Geo-component, het aanmaken van een panden- en een verblijfsobjectenkaart en het koppelen van deze kaartgegevens aan de administratieve BGR-gegevens, in veel gemeenten in Nederland een onderschat onderdeel van de BAG is. “Vooral het verplicht opnemen van de bijgebouwen in de BAG heeft ertoe geleid dat de complexiteit (en het aantal panden) van de BAG is vergroot.” Algera benadrukt het belang van goede afspraken en samenwerking met de leverancier en de bewaking daarvan.
Vervuiling
Belangrijk bij dit soort basisregistratie-projecten is de vraag 'hoe voorkom ik vervuiling van de gegevens in de toekomst?'. Klaasjan Boven, applicatiespecialist ISZF, geeft aan dat het belangrijk is dat er via de werkprocessen gewerkt wordt. Boven: “Als er bijvoorbeeld in het belastingenpakket een niet-BAG-adres wordt opgevoerd wordt deze doorgestuurd naar de terugmeldvoorziening in de BAG. Uiteraard is er in de door ons gebruikte applicatie ook een functie om periodiek overzichten van fouten te draaien die vervolgens kunnen worden hersteld. In de praktijk is en blijft het een groeiproces.”
En er is niet alleen de BAG. Henk Post, programmamanager van het ISZF, ziet dat gemeenten worstelen met wat er allemaal tegelijk op hen afkomt. De uitdagingen liggen niet op afdelings of gemeente-niveau, maar in informatieketens die in de gehele maatschappij spelen. "Het Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) is door de landelijke overheid als uitdaging bij de gemeenten gelegd. Hierin is aangegeven wat er allemaal de komende jaren moet gebeuren om de dienstverlening aan de burger te verbeteren. De gemeente is daar slechts één schakel in. En BAG is daar maar een onderdeel van." De projectenkalender die de gemeenten bij het ISZF onderbrengen bestaat uit meer dan dertig van dit soort projecten. Sommige komen voort uit het bovengenoemde NUP, sommigen uit wettelijke taken. "Zeker is dat door slim samen te werken gemeenten een enorme besparing kunnen realiseren. Niet alleen op financieel gebied, maar ook door betere resultaten op te leveren voor de burger. En dat is waar het allemaal om gaat."
==================================================================
Kaartmateriaal afstemmen
Bij het opbouwen van de BAG-pandenkaart is de GBKN voor ISZF het uitgangspunt geweest. Daartoe is intensief samengewerkt met de Stichting GBKN Friesland.
Wybe Jissink (projectmanager bij GBKN): “De gesprekken en contacten zijn positief ervaren door de Stichting. De vervaardiging van de pandenkaart en de bestandsuitwisseling stonden centraal in dit proces. Het is een leertraject geweest voor het ISZF en de Stichting. Er moest een goede afstemming zijn met de standaard GBKN-bijhouding in de diverse gemeenten en de leverancier (TABLIN) van de Stichting.
Op dit moment is het traject nog niet afgerond maar ziet het resultaat er al goed uit. De BAG-mensen en de Stichting GBKN zijn nu met elkaar in gesprek om te zorgen dat de processen voor beide registraties elkaar zo goed mogelijk aanvullen en ondersteunen.
BAG-projectleider Eveline van der Staal van ISZF: “We weten niet precies wat de toekomst van het grootschalig kaartmateriaal is. Maar door ons streven naar zo gelijk mogelijke kaarten denkt het ISZF hier tijdens het beheer van de BAG en wellicht ook bij het beheer van de BGT in de toekomst van te profiteren.”
De invoering van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) is geen sinecure – ook niet voor gemeenten die samenwerken op ICT-gebied. Maar een heldere samenwerkingsvorm helpt wel, bewijst het ISZF.
De meeste gemeenten zijn druk bezig hun Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) in te richten. Als ze daarmee klaar zijn houden ze één centrale adres- en gebouwenregistratie bij waaruit uiterlijk medio 2011 allerlei lokale administraties en landelijke overheden, zoals de bevolkingsadministratie en de WOZ-afdeling, maar ook bijvoorbeeld de Belastingdienst, vervolgens kunnen – en móeten – putten.
Bij het ICT Samenwerkingsverband Zuidwest-Fryslân (ISZF) was al voor de komst van de ‘Wet BAG’ (2007) het besef doorgedrongen dat goede geo-informatie van groot belang is. Dus is al in een vroege fase besloten een ‘basisvoorziening vastgoed’ neer te zetten, met daarin alle (bron)kaarten van de gemeenten. Geo-informatie is belangrijk voor de andere basisregistraties en burgers en ambtenaren raken ook steeds meer gewend aan visualisatie van gegevens via bijvoorbeeld Google Maps. De komst van de BAG bracht daardoor voor ISZF geen ingrijpende wijzigingen teweeg.
Het aanleggen en vullen van het register met eenduidige informatie over gebouwen en adressen, een belangrijk deel van de BAG-invoering, en vervolgens het aansluiten op de Landelijke Voorziening die als knooppunt voor de gegevens gaat dienen, is niet eenvoudig. Dat blijkt alleen al uit het feit dat de daarvoor gestelde deadline, 1 juli 2009, slechts door een handjevol gemeenten is gehaald. In feite gaat het om het creëren van een nieuwe administratieve werkelijkheid uit de bestaande bronnen en het betrouwbaar ontsluiten daarvan. Daarbij komen vervolgens vragen aan de orde als: Wanneer kun je een bouwwerk een pand noemen? Wanneer is het een standplaats of een verblijfsobject? Ook moeten de afzonderlijke gemeenten voldoen aan de strenge auditnormen van VROM.
Het ISZF, waarin Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Harlingen, Lemsterland, Littenseradiel, Nijefurd en Wûnseradiel samenwerken, hoopt rond de jaarwisseling geslaagd te zijn voor die audit en hoort dan nog steeds bij de ‘snellere’ gemeenten. Nijefurd heeft op 9 september als 24e gemeente in Nederland de toets ‘Zelfcontrole Techniek 0 fout’ doorstaan en dient binnen het ISZF als pilotgemeente voor het aansluittraject.
Opdrachtgeverschap
Volgens Eveline van der Staal, projectleider BAG bij het ISZF, is het belangrijk enthousiaste mensen te betrekken bij zo’n project, maar ook een goede projectmanagementstructuur te handhaven en de deelnemende gemeenten praktische handvatten te bieden. “En last but not least dat in deze projectcontext gemeenten autonoom hun aanpak bepalen en tegelijkertijd kennis en ervaring met elkaar delen.” Door het ISZF is een projectgroep ingericht, waarin vertegenwoordigers uit gemeenten gezamenlijk optrekken om resultaten binnen de verschillende gemeenten te boeken. Het feitelijke opdrachtgeverschap ligt altijd bij een van de gemeenten.
Nieuw en daarmee een goede test voor de projectaanpak is de toetreding van Harlingen tot het ISZF dit voorjaar. Van der Staal: “Dat was voor de trouwe BAG-projectleden in Harlingen ingrijpend, omdat ze nu tegelijk moesten samenvatten wat er de afgelopen jaren was gebeurd, en ze gestaag en precies door moesten gaan met het oplossen van projectacties. Voor het ISZF was het oppakken van de BAG in Harlingen als het maken van een puzzel. Zoeken naar stukjes die al zijn opgelost, en tegelijk nieuwe stukjes aanleveren.”
Roland van de Boel, accountmanager implementatie BAG bij het ministerie van VROM, maakt het project van nabij mee en ziet een samenwerkingsverband als het ISZF in potentie als goede aanjager van een BAG-project. “Het ISZF heeft een goede rol kunnen spelen door aan de gemeenten een instrumentarium aan te reiken. Het meest tastbare was de ‘wasmachine’, een applicatie die eenvoudig in beeld bracht waaruit verschillen in aanwezige adresregistraties bestonden. Daarnaast was het mogelijk om gestructureerd bezig te zijn met de opbouw van de referentiebestanden binnen de gemeenten.” Van de Boels ervaring is dat het erg belangrijk is een BAG-project ‘op te knippen’. “Het maken van werkpakketten leidt veel eerder tot tastbaar resultaat dan het globaal benoemen van de te zetten stappen in het traject. Deze aanpak heeft dan ook tot succes geleid.”
ICT
Schaalvoordeel heeft het ISZF in dit verband zeker, meent Van de Boel. “Vooral op het vlak van ICT was daar veel te winnen. De pakketselectie, de technische implementatie van programmatuur, de technische aansluiting op de Landelijke Voorziening en de communicatie met de leverancier is bij het ISZF in goede handen.”
Het opbouwen van de digitale kaarten met panden en verblijfsobjecten is een flinke klus, waarvoor dienstverlener Oranjewoud is ingehuurd. Volgens Jeroen Vos, Adviseur Ruimtelijke Informatie bij Oranjewoud, is het ISZF verder gegaan dan andere partijen, omdat deze een kwaliteitsslag wilde maken met de GBKN (grootschalige basiskaart Nederland) als basis. “De GBKN is voor alle deelnemende gemeenten gestructureerd, tussenmuren zijn geplaatst en door middel van fotogrammetrische kartering is de ontbrekende bebouwing toegevoegd. Vraagpunten werden teruggemeld via het ISZF aan de deelnemende gemeenten en vervolgens weer teruggeleverd. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een product dat niet enkel voldoet aan de wettelijke verplichtingen, maar ook aan de wensen van de gebruiker en de stichting GBKN.” Oranjewoud hielp ook bij het koppelen van de kaart aan de administratieve data – “Een gebouwcontour heeft immers pas waarde op het moment dat je weet welk gebouw het betreft.” – en met het automatiseren van dat proces.
Applicatiespecialist Eric Algera van ISZF denkt dat de Geo-component, het aanmaken van een panden- en een verblijfsobjectenkaart en het koppelen van deze kaartgegevens aan de administratieve BGR-gegevens, in veel gemeenten in Nederland een onderschat onderdeel van de BAG is. “Vooral het verplicht opnemen van de bijgebouwen in de BAG heeft ertoe geleid dat de complexiteit (en het aantal panden) van de BAG is vergroot.” Algera benadrukt het belang van goede afspraken en samenwerking met de leverancier en de bewaking daarvan.
Vervuiling
Belangrijk bij dit soort basisregistratie-projecten is de vraag 'hoe voorkom ik vervuiling van de gegevens in de toekomst?'. Klaasjan Boven, applicatiespecialist ISZF, geeft aan dat het belangrijk is dat er via de werkprocessen gewerkt wordt. Boven: “Als er bijvoorbeeld in het belastingenpakket een niet-BAG-adres wordt opgevoerd wordt deze doorgestuurd naar de terugmeldvoorziening in de BAG. Uiteraard is er in de door ons gebruikte applicatie ook een functie om periodiek overzichten van fouten te draaien die vervolgens kunnen worden hersteld. In de praktijk is en blijft het een groeiproces.”
En er is niet alleen de BAG. Henk Post, programmamanager van het ISZF, ziet dat gemeenten worstelen met wat er allemaal tegelijk op hen afkomt. De uitdagingen liggen niet op afdelings of gemeente-niveau, maar in informatieketens die in de gehele maatschappij spelen. "Het Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) is door de landelijke overheid als uitdaging bij de gemeenten gelegd. Hierin is aangegeven wat er allemaal de komende jaren moet gebeuren om de dienstverlening aan de burger te verbeteren. De gemeente is daar slechts één schakel in. En BAG is daar maar een onderdeel van." De projectenkalender die de gemeenten bij het ISZF onderbrengen bestaat uit meer dan dertig van dit soort projecten. Sommige komen voort uit het bovengenoemde NUP, sommigen uit wettelijke taken. "Zeker is dat door slim samen te werken gemeenten een enorme besparing kunnen realiseren. Niet alleen op financieel gebied, maar ook door betere resultaten op te leveren voor de burger. En dat is waar het allemaal om gaat."
==================================================================
Kaartmateriaal afstemmen
Bij het opbouwen van de BAG-pandenkaart is de GBKN voor ISZF het uitgangspunt geweest. Daartoe is intensief samengewerkt met de Stichting GBKN Friesland.
Wybe Jissink (projectmanager bij GBKN): “De gesprekken en contacten zijn positief ervaren door de Stichting. De vervaardiging van de pandenkaart en de bestandsuitwisseling stonden centraal in dit proces. Het is een leertraject geweest voor het ISZF en de Stichting. Er moest een goede afstemming zijn met de standaard GBKN-bijhouding in de diverse gemeenten en de leverancier (TABLIN) van de Stichting.
Op dit moment is het traject nog niet afgerond maar ziet het resultaat er al goed uit. De BAG-mensen en de Stichting GBKN zijn nu met elkaar in gesprek om te zorgen dat de processen voor beide registraties elkaar zo goed mogelijk aanvullen en ondersteunen.
BAG-projectleider Eveline van der Staal van ISZF: “We weten niet precies wat de toekomst van het grootschalig kaartmateriaal is. Maar door ons streven naar zo gelijk mogelijke kaarten denkt het ISZF hier tijdens het beheer van de BAG en wellicht ook bij het beheer van de BGT in de toekomst van te profiteren.”