Van staatsverzorging naar financiële zelfredzaamheid
De Financiële Consument, september. 2010
Kun je als consument wel alles weten? “Financiële educatie is eigenlijk zoiets als behang plakken voor een gat in de muur en daarmee suggereren dat dat gat er niet is.” Wie is verantwoordelijk voor het financieel opvoeden van de consument?
De duizenden klanten van de IJslandse bank Icesave zijn waarschijnlijk erg blij zijn dat minister Wouter Bos ze in oktober 2008 te hulp schoot door de veronderstelde depositogarantie van de IJslandse autoriteiten over te nemen. Inmiddels weten ze dat de overheid niet op die manier gaten kan blijven dichten en dat de gemiddelde Nederlander waarschijnlijk via de bezuinigingen meebetaalt aan de reddingsactie. Het besef groeit dat onze financiële zekerheid uiteindelijk onze eigen verantwoordelijkheid is. De deskundigen stellen vooral dat de risico’s waarvan we ons nu bewust worden eigenlijk al een jaar of twintig aanwezig zijn en door economen ook zijn benoemd. Alleen zijn dergelijke waarschuwingen in de economisch voorspoedige tijden als doemdenkerij afgeserveerd.
Henriëtte Prast, professor persoonlijke financiële planning aan de Universiteit van Tilburg en lid van de WRR, waarschuwt voor het beeld van de zaligmakende overheid. “Je kunt niet van de overheid verwachten dat de overheid garanties biedt tegen allerlei tegenvallers. De overheid, dat zijn we allemaal. De boodschap ‘er is niet zoveel gegarandeerd als jullie denken’ werd niet opgepikt in goede tijden. De winst van de crisis is dat de onzekerheden die er waren nu wel op ons netvlies staan. Maar de vraag is of mensen zich daar dan vervolgens naar gedragen.”
Die eigen verantwoordelijkheid van consumenten heeft verschillende kanten: jezelf (en wellicht je kinderen) informeren over de betekenis en risico’s van financiële keuzes, maar ook ervoor kiezen daadwerkelijk iets te doen met die informatie. Met beide aspecten zou de overheid de consument best een handje kunnen helpen, vinden de deskundigen, want van de gemiddelde consument kun je simpelweg niet verwachten dat hij zijn eigen financiële situatie tot in de puntjes overziet.
“Consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid in de financiële keuzes die ze maken”, zei Consumentenbond-directeur Bart Combée op een discussiebijeenkomst eind mei. “Maar de afgelopen jaren zijn een schrijnend voorbeeld dat de consument regelmatig buitenspel is gezet. Complexe producten, onvoldoende transparantie, overstapbelemmeringen en onvoldoende vergelijkende informatie. De overheid heeft nadrukkelijk een rol om als marktmeester op te treden: toezien op goede marktwerking, effectieve concurrentie en consumentensoevereiniteit. Financiële educatie is nodig en nuttig, maar geen substituut voor goede regelgeving en adequaat toezicht", aldus Bart Combée.
Pensioenen
SP-kamerlid Ewout Irrgang houdt zich al jaren bezig met de bescherming van de consument tegenover de financiële branche. Hij is – vanuit een politieke overtuiging – ook voorstander van een sterke overheidsrol. “De burger is in eerste instantie natuurlijk zelf verantwoordelijk, maar de overheid laat het er steeds meer bij zitten door in de financiële sector de boel de boel te laten, waardoor er massaal ondeugdelijke producten op de markt zijn gebracht. Ik vind dat de overheid die situatie niet zou moeten toelaten; er wordt te veel vertrouwd op de financiële deskundigheid van de consument. De overheid is er toch om ervoor te zorgen dat er fatsoenlijke financiële producten op de markt komen en dat heeft de overheid structureel nagelaten.”
De mate waarin er de afgelopen 20 jaar steeds meer een beroep wordt gedaan op de zelfstandigheid van de consument in financiële kwesties, gaat veel te ver, vindt Irrgang. “Neem de pensioenen. Het beleggingsrisico wordt in toenemende mate op de werknemer zelf afgewenteld. En dat betekent gewoon dat er veel minder zekerheid is qua pensioen, dat noemen ze de beschikbare premieregeling. Maar dat is in feite gewoon het afwentelen van risico. Het is niet reëel te denken dat consumenten dat allemaal maar goed kunnen beoordelen. Ook het feit dat je tegenwoordig zelf een ziektekostenverzekeraar en energiebedrijf moet kiezen en je toeslagen zelf moet aanvragen, gaat helemaal voorbij aan het feit dat er een heleboel consumenten zijn die financieel niet zo wijs zijn als de mensen die de regeltjes bedenken.”
De overheid heeft ook een educatieve verantwoordelijkheid, bevestigt Irrgang, “maar dat suggereert dat dat een belangrijk deel van de oplossing is, en daar maak ik bezwaar tegen. Dat hele mensbeeld van de geëmancipeerde goed geïnformeerde consument geldt misschien voor 20 procent van de bevolking, maar gaat voorbij aan de gemiddelde consument.”
Grip
Gerjoke Wilmink, directeur van het Nibud (Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting), beaamt dat consumenten steeds meer verantwoordelijkheden hebben gekregen en daar niet altijd goed mee om weten te gaan. Zij noemt net als Irrgang als voorbeeld de zorgverzekering. Nu mensen die vroeger in het ziekenfonds zaten zelf hun zorgverzekering en zorgtoeslag moeten regelen, zijn de zorgverzekeraars opeens hoog op de lijst van schuldeisers gekomen van mensen die in de financiële problemen zijn geraakt. Het Nibud wil die mensen vooral helpen met inzicht in ‘wat er binnenkomt en wat er uitgaat’. Wilmink: “Het gaat niet zozeer om meer afweten van financiële producten. Ik geloof daar ook niet zo in. Ik denk dat de effecten van dergelijke financiële kennis worden overschat. Een huis kopen, echtscheiden of je pensioen regelen, dat zijn dingen die je doorgaans maar één keer doet in je leven. Het gaat er meer om dat mensen weten wanneer ze advies moeten inwinnen.” Minder geld maakt niet per se minder gelukkig, aldus Wilmink, minder grip op je situatie wél. Ze maakt vanuit haar Nibud-invalshoek ook expliciet onderscheid tussen financiële tegenvallers en echt in de financiële problemen komen.
‘Weten wanneer je advies moet inwinnen’, is de meeste consumenten wel toevertrouwd, maar dat zij bij het aangaan van significante financiële verplichtingen vaak worden aangestuurd door ‘adviseurs’ die worden afgerekend op omzet en niet op passende adviezen (zoals veel hypotheekadviseurs) is velen al jaren een doorn in het oog. Henriëtte Prast: “Als een verkoper van een bank wordt beloond als hij zoveel mogelijk van het ingewikkelde product x verkoopt, of dat product nou geschikt is voor die klant of niet, dan is dat natuurlijk vragen om ellende.” Prast heeft goede hoop dat de verdere uitwerking van de nieuwe ‘Code Banken’, die de banken samen hebben afgesproken, daar verandering in brengt.
Onder de motorkap
Het verwijt dat veel financiële producten op zichzelf nogal ingewikkeld in elkaar zitten, is volgens haar echter niet de kern van het probleem. “Een product kan heel erg moeilijk in elkaar zitten, maar toch iets bieden wat heel makkelijk te begrijpen is. Als ik zeg: ‘ik bied je een verzekering die zoveel euro uitkeert als je dat-en-dat overkomt’, dan kan het voor mij als financiële dienstverlener wel moeilijk zijn om dat op allerlei financiële markten voor elkaar te krijgen, maar het is voor jou niet moeilijk om te begrijpen wat je krijgt. Net zoals de koper van een auto helemaal niet benieuwd is naar hoe de motor werkt, een enkeling daargelaten. Maar hij is wel benieuwd naar wat die auto kán. Voor een rallye heb je een ander soort auto nodig dan voor het doen van boodschappen.”
Dat is wel in het straatje van Kapé Breukelaar, voorzitter van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners (VOFP). Hij denkt dat veel consumenten zich best goed willen laten voorlichten, maar dat ze vastlopen. “De consument die op dit moment wat meer kennis zou willen vergaren en die de bereidheid heeft daar zijn verantwoordelijkheid in te nemen, komt eigenlijk in een soort doolhof terecht. Je kunt naar een hypotheekadviseur gaan, je kunt op internet gaan zoeken; er zijn allerlei wegen, maar ik denk dat mensen veel makkelijker die informatie tot zich zouden kunnen nemen als de overheid daar een zekere structuur in zou aanbieden. Ik vind het een echt ‘Postbus 51-onderwerp’.”
De leden van Breukelaars vereniging bieden financieel advies tegen een uurtarief. “En dat is voor menig consument toch nog een drempel. We zijn er decennia lang aan gewend geraakt dat het financieel advies zogenaamd gratis is, maar dat is het natuurlijk niet. Sommige adviezen waren zelfs heel slecht én zwaar betaald.”
Mechanismen
Prast werkt bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan een publicatie over de vraag hoe je consumenten tot goede keuzes kunt bewegen als je weet dat ze zelfs met de juiste informatie minder goede keuzes maken. “Dan heb je het over de omgang met geld, maar ook over het verschijnsel dat het voor mensen vroeger veel makkelijker was om van hun geld af te blijven. Je zette het op een spaarrekening en je kon er wel bij, maar in dat geval moest je wel naar de bank en een handtekening zetten. Tegenwoordig kun je 24 uur per dag bij je geld. Mensen hebben die mechanismen om zichzelf te kunnen tegenhouden eigenlijk nodig, maar ze zijn steeds minder beschikbaar.”
Dik van Velzen, hoofdredacteur van het verzekeringsvakblad De Beursbengel, gaat nog een stapje verder, maar denkt ook dat consumenten niet echt tegen zichzelf beschermd kunnen worden. “Financiële educatie is eigenlijk zoiets als behang plakken voor een gat in de muur en daarmee suggereren dat dat gat het er niet is.” Beloften van 20 procent rendement met mooie kapitaalverzekeringen of andere producten die met enig charisma en mooie folders worden gebracht, blijven zelfs hoogopgeleiden nog steeds in verleiding brengen. “Mensen willen altijd geloven in mooie verhalen die niet waar zijn.” Je moet niet proberen die mensen financiële kennis bij te brengen, vindt hij. De verantwoordelijkheid van de consument gaat volgens hem niet verder dan leren rekenen. En de overheid moet alleen de oplichters uit de markt halen. “Maar consumenten tegen zichzelf beschermen, dat moet de overheid niet onbeperkt willen doen. De consument moet vrij zijn fouten te maken. Als je iets wilt tegenhouden, zoals het verwerken van beleggingsrisico’s in financiële producten, moet het aan de producentenkant en niet aan de consumentenkant.”
Kun je als consument wel alles weten? “Financiële educatie is eigenlijk zoiets als behang plakken voor een gat in de muur en daarmee suggereren dat dat gat er niet is.” Wie is verantwoordelijk voor het financieel opvoeden van de consument?
De duizenden klanten van de IJslandse bank Icesave zijn waarschijnlijk erg blij zijn dat minister Wouter Bos ze in oktober 2008 te hulp schoot door de veronderstelde depositogarantie van de IJslandse autoriteiten over te nemen. Inmiddels weten ze dat de overheid niet op die manier gaten kan blijven dichten en dat de gemiddelde Nederlander waarschijnlijk via de bezuinigingen meebetaalt aan de reddingsactie. Het besef groeit dat onze financiële zekerheid uiteindelijk onze eigen verantwoordelijkheid is. De deskundigen stellen vooral dat de risico’s waarvan we ons nu bewust worden eigenlijk al een jaar of twintig aanwezig zijn en door economen ook zijn benoemd. Alleen zijn dergelijke waarschuwingen in de economisch voorspoedige tijden als doemdenkerij afgeserveerd.
Henriëtte Prast, professor persoonlijke financiële planning aan de Universiteit van Tilburg en lid van de WRR, waarschuwt voor het beeld van de zaligmakende overheid. “Je kunt niet van de overheid verwachten dat de overheid garanties biedt tegen allerlei tegenvallers. De overheid, dat zijn we allemaal. De boodschap ‘er is niet zoveel gegarandeerd als jullie denken’ werd niet opgepikt in goede tijden. De winst van de crisis is dat de onzekerheden die er waren nu wel op ons netvlies staan. Maar de vraag is of mensen zich daar dan vervolgens naar gedragen.”
Die eigen verantwoordelijkheid van consumenten heeft verschillende kanten: jezelf (en wellicht je kinderen) informeren over de betekenis en risico’s van financiële keuzes, maar ook ervoor kiezen daadwerkelijk iets te doen met die informatie. Met beide aspecten zou de overheid de consument best een handje kunnen helpen, vinden de deskundigen, want van de gemiddelde consument kun je simpelweg niet verwachten dat hij zijn eigen financiële situatie tot in de puntjes overziet.
“Consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid in de financiële keuzes die ze maken”, zei Consumentenbond-directeur Bart Combée op een discussiebijeenkomst eind mei. “Maar de afgelopen jaren zijn een schrijnend voorbeeld dat de consument regelmatig buitenspel is gezet. Complexe producten, onvoldoende transparantie, overstapbelemmeringen en onvoldoende vergelijkende informatie. De overheid heeft nadrukkelijk een rol om als marktmeester op te treden: toezien op goede marktwerking, effectieve concurrentie en consumentensoevereiniteit. Financiële educatie is nodig en nuttig, maar geen substituut voor goede regelgeving en adequaat toezicht", aldus Bart Combée.
Pensioenen
SP-kamerlid Ewout Irrgang houdt zich al jaren bezig met de bescherming van de consument tegenover de financiële branche. Hij is – vanuit een politieke overtuiging – ook voorstander van een sterke overheidsrol. “De burger is in eerste instantie natuurlijk zelf verantwoordelijk, maar de overheid laat het er steeds meer bij zitten door in de financiële sector de boel de boel te laten, waardoor er massaal ondeugdelijke producten op de markt zijn gebracht. Ik vind dat de overheid die situatie niet zou moeten toelaten; er wordt te veel vertrouwd op de financiële deskundigheid van de consument. De overheid is er toch om ervoor te zorgen dat er fatsoenlijke financiële producten op de markt komen en dat heeft de overheid structureel nagelaten.”
De mate waarin er de afgelopen 20 jaar steeds meer een beroep wordt gedaan op de zelfstandigheid van de consument in financiële kwesties, gaat veel te ver, vindt Irrgang. “Neem de pensioenen. Het beleggingsrisico wordt in toenemende mate op de werknemer zelf afgewenteld. En dat betekent gewoon dat er veel minder zekerheid is qua pensioen, dat noemen ze de beschikbare premieregeling. Maar dat is in feite gewoon het afwentelen van risico. Het is niet reëel te denken dat consumenten dat allemaal maar goed kunnen beoordelen. Ook het feit dat je tegenwoordig zelf een ziektekostenverzekeraar en energiebedrijf moet kiezen en je toeslagen zelf moet aanvragen, gaat helemaal voorbij aan het feit dat er een heleboel consumenten zijn die financieel niet zo wijs zijn als de mensen die de regeltjes bedenken.”
De overheid heeft ook een educatieve verantwoordelijkheid, bevestigt Irrgang, “maar dat suggereert dat dat een belangrijk deel van de oplossing is, en daar maak ik bezwaar tegen. Dat hele mensbeeld van de geëmancipeerde goed geïnformeerde consument geldt misschien voor 20 procent van de bevolking, maar gaat voorbij aan de gemiddelde consument.”
Grip
Gerjoke Wilmink, directeur van het Nibud (Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting), beaamt dat consumenten steeds meer verantwoordelijkheden hebben gekregen en daar niet altijd goed mee om weten te gaan. Zij noemt net als Irrgang als voorbeeld de zorgverzekering. Nu mensen die vroeger in het ziekenfonds zaten zelf hun zorgverzekering en zorgtoeslag moeten regelen, zijn de zorgverzekeraars opeens hoog op de lijst van schuldeisers gekomen van mensen die in de financiële problemen zijn geraakt. Het Nibud wil die mensen vooral helpen met inzicht in ‘wat er binnenkomt en wat er uitgaat’. Wilmink: “Het gaat niet zozeer om meer afweten van financiële producten. Ik geloof daar ook niet zo in. Ik denk dat de effecten van dergelijke financiële kennis worden overschat. Een huis kopen, echtscheiden of je pensioen regelen, dat zijn dingen die je doorgaans maar één keer doet in je leven. Het gaat er meer om dat mensen weten wanneer ze advies moeten inwinnen.” Minder geld maakt niet per se minder gelukkig, aldus Wilmink, minder grip op je situatie wél. Ze maakt vanuit haar Nibud-invalshoek ook expliciet onderscheid tussen financiële tegenvallers en echt in de financiële problemen komen.
‘Weten wanneer je advies moet inwinnen’, is de meeste consumenten wel toevertrouwd, maar dat zij bij het aangaan van significante financiële verplichtingen vaak worden aangestuurd door ‘adviseurs’ die worden afgerekend op omzet en niet op passende adviezen (zoals veel hypotheekadviseurs) is velen al jaren een doorn in het oog. Henriëtte Prast: “Als een verkoper van een bank wordt beloond als hij zoveel mogelijk van het ingewikkelde product x verkoopt, of dat product nou geschikt is voor die klant of niet, dan is dat natuurlijk vragen om ellende.” Prast heeft goede hoop dat de verdere uitwerking van de nieuwe ‘Code Banken’, die de banken samen hebben afgesproken, daar verandering in brengt.
Onder de motorkap
Het verwijt dat veel financiële producten op zichzelf nogal ingewikkeld in elkaar zitten, is volgens haar echter niet de kern van het probleem. “Een product kan heel erg moeilijk in elkaar zitten, maar toch iets bieden wat heel makkelijk te begrijpen is. Als ik zeg: ‘ik bied je een verzekering die zoveel euro uitkeert als je dat-en-dat overkomt’, dan kan het voor mij als financiële dienstverlener wel moeilijk zijn om dat op allerlei financiële markten voor elkaar te krijgen, maar het is voor jou niet moeilijk om te begrijpen wat je krijgt. Net zoals de koper van een auto helemaal niet benieuwd is naar hoe de motor werkt, een enkeling daargelaten. Maar hij is wel benieuwd naar wat die auto kán. Voor een rallye heb je een ander soort auto nodig dan voor het doen van boodschappen.”
Dat is wel in het straatje van Kapé Breukelaar, voorzitter van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners (VOFP). Hij denkt dat veel consumenten zich best goed willen laten voorlichten, maar dat ze vastlopen. “De consument die op dit moment wat meer kennis zou willen vergaren en die de bereidheid heeft daar zijn verantwoordelijkheid in te nemen, komt eigenlijk in een soort doolhof terecht. Je kunt naar een hypotheekadviseur gaan, je kunt op internet gaan zoeken; er zijn allerlei wegen, maar ik denk dat mensen veel makkelijker die informatie tot zich zouden kunnen nemen als de overheid daar een zekere structuur in zou aanbieden. Ik vind het een echt ‘Postbus 51-onderwerp’.”
De leden van Breukelaars vereniging bieden financieel advies tegen een uurtarief. “En dat is voor menig consument toch nog een drempel. We zijn er decennia lang aan gewend geraakt dat het financieel advies zogenaamd gratis is, maar dat is het natuurlijk niet. Sommige adviezen waren zelfs heel slecht én zwaar betaald.”
Mechanismen
Prast werkt bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan een publicatie over de vraag hoe je consumenten tot goede keuzes kunt bewegen als je weet dat ze zelfs met de juiste informatie minder goede keuzes maken. “Dan heb je het over de omgang met geld, maar ook over het verschijnsel dat het voor mensen vroeger veel makkelijker was om van hun geld af te blijven. Je zette het op een spaarrekening en je kon er wel bij, maar in dat geval moest je wel naar de bank en een handtekening zetten. Tegenwoordig kun je 24 uur per dag bij je geld. Mensen hebben die mechanismen om zichzelf te kunnen tegenhouden eigenlijk nodig, maar ze zijn steeds minder beschikbaar.”
Dik van Velzen, hoofdredacteur van het verzekeringsvakblad De Beursbengel, gaat nog een stapje verder, maar denkt ook dat consumenten niet echt tegen zichzelf beschermd kunnen worden. “Financiële educatie is eigenlijk zoiets als behang plakken voor een gat in de muur en daarmee suggereren dat dat gat het er niet is.” Beloften van 20 procent rendement met mooie kapitaalverzekeringen of andere producten die met enig charisma en mooie folders worden gebracht, blijven zelfs hoogopgeleiden nog steeds in verleiding brengen. “Mensen willen altijd geloven in mooie verhalen die niet waar zijn.” Je moet niet proberen die mensen financiële kennis bij te brengen, vindt hij. De verantwoordelijkheid van de consument gaat volgens hem niet verder dan leren rekenen. En de overheid moet alleen de oplichters uit de markt halen. “Maar consumenten tegen zichzelf beschermen, dat moet de overheid niet onbeperkt willen doen. De consument moet vrij zijn fouten te maken. Als je iets wilt tegenhouden, zoals het verwerken van beleggingsrisico’s in financiële producten, moet het aan de producentenkant en niet aan de consumentenkant.”